|
||||||||
|
“In his warm, Southern soul music, you can hear Tulsa’s earthy dignity and the swampy carpe diem of Lake Charles…” Zanger/gitarist en frontman van meerdere roots bands, Brad Absher is in de voorbije decennia een vaste waarde geworden in de muziek scene van de staten aan de Golf van Mexico (Florida, Alabama, Mississippi, Louisiana & Texas). Brad woont nu in Houston, de grootste stad van Texas en van de Golfkust, maar groeide op in Lake Charles in Louisiana, de staat die bij muziekliefhebbers gekend is van zijn unieke “swamp pop”. Omdat zijn vader die onderwijzer was, in de olie industrie ging werken, trok de familie -Brad met zijn ouders, hij was enig kind- het land rond en verhuisden ze tijdelijk naar Teheran (Iran). Eind jaren zeventig keerden de Abshers terug naar het Zuiden van de States. Eerst naar Lake Charles en later naar een plaats in de omgeving van Tulsa, de grootste stad van de staat Oklahoma, de staat die muziekliefhebbers kennen van de “Tulsa sound” (een mix van rockabilly, r'n’r en blues) en van o.a. Leon Russell, Elvin Bishop, Larry Bell en vooral van de invloedrijke J.J. Cale (1938-2013). Volgens Eric Clapton is het album ‘461, Ocean Boulevard’ (1974) een ode aan J.J. Cale. In Tulsa werd de jonge Absher, die onder een bed bij zijn grootouders zijn eerste gitaar vond, onder de hoede genomen door o.a. gitarist Tommy Tripplehorn (Gary Lewis & the Playboys). De sound van Absher maakt ook deel uit van “Gulf Coast Sound”. Ze bevat gelijke delen blues, soul en gospel en heeft banden met de Memphis en Muscle Shoals Sound. In 2013 en 2014 werd Absher (met Swamp Royale) in Houston winnaar van de lokale BC-wedstrijd voor deelname aan de IBC, die in Memphis (TN) plaats vond. Zijn zesde album ‘Lucky Dog’ (2015), opgenomen met Swamp Royale, zijn debuut bij Montrose Records dat ik hier besprak, krijgt nu met ‘Tulsa Tea’, opgenomen met The Superials voor Horton Records, een opvolger. Producer was de uitstekende jazz muzikant Chris Combs en de opnames gebeurden “live” in de Paradise Studio (JJ Cale, Bob Dylan, Bob Seger, Freddie King…) in Grand Lake, de studio die bekend werd door de oprichter, de legendarische Leon Russell (1942-2016). Naast Absher (gitaar, zang) bestond de band -The Superials- verder uit Matt Martin (drums, percussie), Dylan Layton (bas), Jake Hemphill (gitaar), EZ Mireles (keys) & Danny Timms (Wurlitzer, Hammond orgel). Met “Be the Luv” opent Brad Absher met The Superials het album. Het is een nummer met een boodschap, een van (aldus Absher) “een ontluikende oudere staatsman, die soms dwingende, soms dringende dingen (als een kind) wil zeggen…”. Hij doet dit met in de achtergrond zijn favoriete blazers, The No A/C Horns: met Zak Elkins op bas & bariton sax, Andy McCormich op tenor sax & Matthew Leland op trombone. “Neutral Ground” is “een dronken, grootmoedig pleidooi voor bemiddeling”, in pure New Orleans’ stijl. Het soulvolle, ontroerend mooie “Goodbye for Now” is hier dé “uitschieter”. Het is een nummer -“A message of hope and pain, wrapped up in a promise…”- dat Brad schreef over zijn enig kind, Madison. Ze was 24 toen ze stierf. Een langzame wals die overgaat in een shuffle dragen “As Hard as I Can” en bieden Brad, hier als een uitgelaten verteller, een middel om zijn zaak te bepleiten. Het nummer werd een bekentenis en een verklaring. De huidige onrust die de wereld a.g.v. van het conflict in Oekraïne teistert, zijn het onderwerp op “Hard Times” en “Should Be Prayin’”. Met verschroeiende en snijdende gitaren en woorden als “Hard times for the truth” en “They got their fist clenched when they should be praying…” tracht Absher de wereld wakker te schudden. Absher schreef alle nummers zelf, behalve “So Tired”. Het is een nummer van The Iguanes, een populaire roots rock band uit New Orleans. De band werd opgericht in 1989 en hun geluid is beschreven als een combinatie van Chicano rock, R&B, Conjunto en verschillende Latin stijlen tot een diepe groove. Voor Brad is het “een humeurig heen en weer wiegen, dat het verlangen en de pure uitputting vastlegt van geliefden, die elkaar proberen te geven wat ze nodig hebben…”. De afsluiter, “Turn It Up” is een zwoel feestje, met een sublieme bijdrage van gast zangeres Briana Wright. “Great, how Brad Absher, with the help of The Superials on 'Tulsa Tea', manages to capture his feelings, which are sometimes very personal, and presents them us indisputably…” (ESC for Rootstime) Eric Schuurmans
Album tracklist: SIDE A: 01. Be the Luv – 02. Neutral Ground – 03. Goodbye for Now – 04. As Hard As I Can – SIDE B: 05. Hard Times – 06. So Tired [The Iguanas] – 07. Should Be Prayin’ – 08. Turn It Up | Music/Lyrics by: Brad Asher, w/Shawn Parks (2) or as [noted: 6] | Produced by: Chris Combs | Album credits: Brad Absher: guitar, vocs / Matt Martin: drums, percussion / Dylan Layton: bass / Jake Hemphill: guitar / EZ Mireles: keys / Danny Timms: Wurlitzer, Hammond organ / Charlie Redd & Briana Wright: bvs / Abbie Rose: handclaps / The No A/C Horns: Zak Elkins: bass & baritone sax / Andy McCormich: tenor sax / Matthew Leland: trombone Discography BRAD ABSHER: Tulsa Tea, w/The Superials [2022] | Lucky Dog, w/Swamp Royale [2015] | Big Shugga [2010] | Gulf Coast Soul, w/Brad Absher Band [2005] | Halfway [2002] | Find You Tonight [1998] | Tulsa Style [1998] |
|